DE STADSJUNGLE

MOET GROENER

Parijs schrapt meer dan de helft van zijn parkeerplaatsen, was eerder dit jaar in het nieuws. Concreet zijn er dat ruim 70.000. Een forse ingreep voor een stad waar parkeerruimte al schaars is. Toch wil Parijs ‘grijs’ inleveren voor groen. De metropool past zich op die manier aan aan de versnelde gevolgen van klimaatverandering en geeft de openbare ruimte terug aan plant-, dier-, en mensvriendelijke initiatieven.

De invloed van corona

De plannen dateren van voor de corona-crisis. De pandemie heeft de noodzaak ervan alleen maar duidelijker gemaakt. De strijd tegen klimaatverandering vraagt om drastische maatregelen. Daarin speelt de buitenruimte in steden een grote rol. Die buitenruimte behoort aan de - vaak kleinbehuisde – mensen en de flora en fauna, niet aan uitlaatgassen, blik en rubber. En niet alleen Parijs denkt er zo over.

Europese vergroeners

Voor de Europese steden is de tijd nu gekomen om te handelen. Kopenhagen wil in 2025 de eerste koolstofneutrale hoofdstad van de wereld worden. Tallinn heeft plannen voor een 13,5 kilometer lange groene corridor dwars door de stad. Londen creëert met het Streetspace-plan meer ruimte voor voetgangers en fietsers. En Barcelona gaat in een 10-jarenplan de auto in de stad terugdringen en ruimte maken voor groen.

Minder grijs en grasfalt

En wat doet Nederland? Ook hier hebben we het groene licht gezien. Biodiversiteit is met stip gestegen op de prioriteitenlijst. Er zijn veel kleinschalige initiatieven om ‘grijs’ en ‘grasfalt’ om te vormen naar groen. Maar ze zijn te klein en te versnipperd om echt een groot verschil te maken. Om echt zoden aan de dijk te zetten, moeten grotere oppervlakken vergroenen. En waar vinden we die in Nederland?

Weg met infrastructuur

De Enk en Binder-directeur Frans Reulink ziet een toekomst met groene stadscentra zonder auto’s. Stadsharten zonder infrastructuur, waar niet de auto heilig is, maar het groen en de mensen. Stedelingen die wonen in parken, waar vervoer centraal geregeld is en er ruimte is voor veel verschillende soorten bomen, struiken, bloemen en planten. En daarmee ook insecten, vogels en andere dieren.

De lucht in

Maar voor een stad als Rotterdam is zo’n scenario geen haalbare kaart. Daarvoor is de stad te veel de hoogte in gegaan. Juist dat feit biedt weer een keur van andere kansen. Biodiversiteit, maar dan in de hoogte. Het kan. Met het initiatief 7 Square Endeavour zet de Maasstad daar nu vol op in. Het enorme platte dak van De Doelen dient als pilot.

Plat wordt slim

Het platte dak op het Schouwburgplein wordt een ‘slim dak’ dat 300 m³ water kan bergen en computergestuurd kan leeglopen of juist bufferen. Op die 15 centimeter water komt een inheems kruidenmengsel gericht op insecten, aangevuld met vaste planten, en een insectenhotel van 10 meter lang. De gemeente zet hiermee de eerste stap om de 18 km² aan platte daken die de stad heeft te benutten voor verduurzaming.

Op hoog niveau

Helemaal nieuw is het niet. Binder Groenprojecten maakte in 2019 al een natuur- en retentiedak op de Delftse Poort, het voormalige hoofdkantoor van Nationale Nederlanden pal naast Rotterdam CS. Het 2.500 m² grote groendak kan tot 140.000 liter regenwater herbergen onder een laag van sedum, kruiden en grassen. De voordelen: minder belasting van het riool, minder hittestress. En meer biodiversiteit op hoog niveau.

Dit magazine online delen: