8/12
  • Pages
  • Editions

DE WETENSCHAP ACHTER GROEN

Interview met WUR-student Lise Derksen

We merken al jaren de gunstige resultaten. Maar zijn die ook meetbaar? Die vraag stelden we niet alleen onszelf maar ook de WUR (Wageningen University & Research). Die zette onze vraag uit bij hun master-studenten en die waren net zo benieuwd als wij. Urban Environmental Management-student Lise Derksen was geïntrigeerd door ons project en maakte deel uit van het onderzoeksteam. We vroegen haar naar haar ervaringen.

Wat vond je interessant aan de onderzoeksvraag van De Enk?

In mijn studie staat het stedelijk gebied centraal. Het onderwerp klimaatadaptatie vind ik heel interessant. En zeker ook hoe we steden toekomstbestendig kunnen maken en hoe groen daar een rol in kan spelen. Kunnen we dan ook aantonen wat die impact werkelijk is? Dat wilde ik graag onderzoeken.

Hoe zijn jullie te werk gegaan?

We hadden acht weken de tijd. De eerste weken hebben we een plan van aanpak opgesteld. Daarna zijn we gaan onderzoeken. We hebben ons speciaal gericht op Zorgeloos Groen. Het Zorgeloos Groen in de wijk de Zilverkamp in Huissen hebben we als onderzoeksobject genomen. In de zevende week hebben we een workshop georganiseerd met de mensen van De Enk erbij. Dat was de perfecte gelegenheid om reacties te krijgen op wat we tot dan toe bedacht hadden.

Wat voor reacties kreeg je?

We hebben ze geïnspireerd. Er ontstonden als vanzelf onderlinge gesprekken over dit onderwerp. Dankzij hun reacties kregen onze ideeën ook weer een nieuwe vorm. Hadden we de juiste indicatoren gekozen? Waren ze effectief en relevant genoeg voor De Enk? Tijdens die workshop zijn er verschillende gesneuveld en toegevoegd.

Het resultaat is de Performance Ring en de Blooming Curve. Is de Blooming Curve onderdeel van die Performance Ring?

De Performance Ring is het overkoepelende instrument. Daarin hebben we alle verschillende categorieën verwerkt: algemeen, biodiversiteit, hittestress, watermanagement en de sociaaleconomische factoren voor een totaalplaatje. De Blooming Curve is de visualisatie van één van de indicatoren, de bloeiperiode. Die wilden we duidelijk in beeld brengen zoals die ook in het straatbeeld te zien is.

Zijn alle indicatoren zo duidelijk te visualiseren?

Het heeft niet zo veel zin om watermanagement te visualiseren. Dat zijn puur berekeningen. Die heb je voor de bloeiperiode niet. Er zijn zo veel verschillende planten in Zorgeloos Groen. Iedere indicator moeten we op een andere manier berekenen, met steeds net wat andere resultaten. De Blooming Curve is er één van.

Een andere is bio-akoestiek. Wat is dat en waarom is het van belang?

Daarmee bereken je het geluid in een stad. Je hangt geluidsinstallaties op die de geluiden in een bepaald gebied opvangen. Achtergrondgeluiden van mensen en auto’s filter je eruit. Die zijn niet van belang. Dan houd je de geluiden van de fauna in dat gebied over. De geluiden van insecten en vogels hebben een bepaalde frequentie die de apparatuur herkent. Zo kun je bijvoorbeeld bepaalde vogelsoorten in kaart te brengen. Die geven een goede indicatie van hoeveel leven er is op die plek en dus voor de biodiversiteit.

Maar dan wil je ook weten hoe het vóór de aanleg van Zorgeloos Groen gesteld is.

Voor de Performance Ring is het het meest interessant om te kijken hoeveel geluid er is voordat het Zorgeloos Groen is aangelegd en hoe het daarna is. Dan kun je zien of het verslechterd, gelijk gebleven of verbeterd is. Dat geldt ook voor de andere indicatoren trouwens.

Jullie advies was om sociaaleconomische factoren toe te voegen.

Ja, we vonden dat als we het zo specifiek over Zorgeloos Groen hebben, dat we dat onderdeel er niet buiten kunnen laten. We kunnen de impact van groen wel berekenen voor de infiltratie van de bodem, maar het heeft natuurlijk net zo goed impact op de mensen zelf. De bewoners worden altijd betrokken bij het proces. Ze hebben inspraak, doen mee aan een plantjesdag. Zorgeloos Groen is juist speciaal voor mensen.

Maar ze zijn wel moeilijk meetbaar.

Dat was inderdaad een uitdaging. Waar de andere indicatoren meer gebaseerd zijn op berekeningen, dus kwantitatief, zijn de sociaaleconomische factoren meer kwalitatief. Wat een heel goede optie is, is interviews met bewoners. Je kunt ze heel makkelijk een vragenlijst voorleggen, digitaal of fysiek, en ze vragen wat ze vinden van de situatie in de wijk en van het groen. Hoe ze het ervaren, maar ook hoe de contacten onderling zijn.

Sommige dingen zijn ook met het blote oog te zien.

Inderdaad. We kunnen wel vragen stellen over afval op straat, maar we zagen al dat het afval in de groenperken bij dit soort projecten heel erg afnam. Toch kan het interessant zijn om dat vast te leggen. Als je voor de aanleg van Zorgeloos Groen de stand van zaken opneemt en daarna – zeker na een plantjesdag – laat De Performance Ring duidelijk het resultaat zien.

Dus dat is het voordeel, dat je kunt laten zien dat het weldegelijk iets doet?

Precies. En je kunt van tevoren laten zien wat de consequenties zijn van bepaalde keuzes. In het geval van de Zilverkamp had het kappen van bomen een negatief effect op hittestress, omdat bomen juist voor schaduw zorgen. Maar daardoor konden wel veel verschillende soorten groen aangeplant worden, waarmee de biodiversiteit en de Blooming Curve weer omhoog gingen. Het is maar net wat op een bepaalde plek het belangrijkst is. Die afwegingen kun met deze Performance Ring heel goed verantwoorden.

Dit magazine online delen: