DE TOEKOMST DOOR EEN GROENE BRIL
Vraag aan een aantal willekeurige mensen om je heen wat ze verstaan onder innovatie en ze zeggen: robots, AI en automatisering. Klopt allemaal. Maar er is nog een andere factor. Eén die vaak over het hoofd gezien wordt. In dit interview onthult William Boogaarts, innovatiemanager bij De Enk, welke dat is.
De andere kant van innovatie
‘Ik dacht ook altijd dat innovatie technologie was,’ zegt William. ‘Robots op de golfbaan, automatische beregening, slimme bemesting. Belangrijke stappen. Ze maken ons werk inzichtelijk en meetbaar – in kwaliteit en duurzaamheid. Dat hebben we nodig. Maar er is nog een andere kant aan innovatie. Eentje die minder tastbaar is.’
Willem Boogaarts Innovatiemanager bij De Enk
De waardes van jongere generaties
‘Innovatie is diep in de toekomst kijken. Hoe willen we dat ons land er over tien, vijftien, twintig jaar uitziet? Daarvoor moeten we naar de jongere generaties kijken. Die vinden andere dingen belangrijk. Ze hechten meer waarde aan groen, biodiversiteit en duurzaamheid. Daar moeten we flexibel op inspelen. Daarom richten we ons nu op nieuwe energiebronnen, lagere CO2-uitstoot en verstandiger omgaan met materialen. Dat is geen hype. Dat blijft.’
De toekomst is onvoorspelbaar
‘Als innovatiemanager kijk ik niet in een glazen bol, maar door een groene bril. En daarmee bedoel ik dit: ik zet een stip op de horizon en doe vandaaruit aan ‘reverse engineering’. Dat grote doel pel ik af in kleine stappen. Van de lange naar de middellange termijn en dan weer naar de korte termijn. Dat maakt het overzichtelijk en haalbaar. Want de wereld verandert razendsnel. Plannen voor over tien jaar? Ze worden ingehaald door de realiteit van morgen. We worden gedwongen om dichterbij te kijken, flexibeler te denken, sneller te schakelen.’
Hoge nood
‘Als de nood het hoogst is, is innovatie op zijn best. Kijk maar naar de paardenmestcrisis van 1894. New York telde in die tijd 150.000 paarden. Die produceerden zoveel mest, dat de New Yorkse bevolking er bijna in omkwam. Gevolg: ernstige vervuiling en gezondheidsproblemen. De oplossing kwam in de vorm van de auto. Binnen 10 jaar had die alle paarden verdreven uit de straten van New York. In de nabije toekomst maken we mogelijk wat nu onmogelijk lijkt, met dingen die nu nog niet uitgevonden zijn. Precies zoals John F. Kennedy zei in zijn ‘Moon Speech’ in 1962.’
De rol van AI
‘AI gaat ons helpen. Het maakt je niet goed in iets wat je niet kunt, maar het maakt je wel veel efficiënter en beter in wat je doet. Rapportages? Laat ik gerust over aan co-pilot of ChatGPT. Dan hebben ik en mijn collega’s meer ruimte om vakkennis in te zetten. De Enk wordt steeds meer een kenniscentrum. Met onze ervaring zijn we de verbinder tussen alle elementen en betrokken partijen.’
Meer met data
‘We hebben in de afgelopen jaren een enorme bak aan data verzameld. Met AI kunnen we daar veel meer uit halen. Het helpt ons om bijvoorbeeld onderhoudsplannen op te stellen. Ik zie daarin ook een rol weggelegd voor de eindgebruikers van onze projecten zoals golfbanen, stedelijk groen en daktuinen. In de nabije toekomst gaan we veel meer met ze samenwerken om de kwaliteit van het groen op peil te houden. Met de Greenviewer als communicatiemiddel. Dat is één van onze eerdere innovaties die zijn nut als intern communicatiemiddel bewezen heeft. Maar er zit nog veel meer potentie in. Als eindgebruikers van ons groen erin zetten wat zij signaleren, kunnen wij veel gerichter sturen op onderhoud.’
Leren door te falen
‘Maar innovatie is niet per se een futuristisch apparaat. Het is de moed om te proberen, te falen, en het morgen opnieuw te doen. Bij De Enk proberen we veel en niet alles lukt. We noemen ons De Vernieuwers omdat we die ruimte nemen. Fail fast, learn faster, daar geloven we in. Er is geen innovatie zonder de vrijheid om iets verkeerd te doen. Fouten zijn geen eindpunt. Ze zijn een signaal: dit werkt niet, dus we proberen iets anders.’
'Innovatie is niet per se een futuristisch apparaat'
Het lef van elke dag beter
‘Wat daarvoor nodig is, zijn mensen. Mensen die elke dag een stukje beter willen. Die zichzelf de vraag stellen: hoe kan dit anders? Wat als we het zo aanpakken? En dan ook het lef hebben om het daadwerkelijk te doen. Die bevlogenheid is de aanjager. Je kunt de allerslimste systemen bouwen, maar het zijn die mensen die er iets mee doen. Daarom zeg ik: innovatie is een menselijke kracht. En technologie is het verlengstuk.’