RUIM BAAN

VOOR DE NATUUR

We moeten aan de slag. Met vereende kracht. Want we staan misschien wel voor de grootste uitdaging sinds de wederopbouw na WO II. De biodiversiteit in Nederland is namelijk in gevaar. Als we niet snel ingrijpen, dreigen we een miljoen soorten te verliezen. Voor wie dat niet als een probleem ziet: uiteindelijk zijn wijzelf één van die soorten.

Cultiminderen

In Nederland is natuur een rekbaar begrip. Landbouw, parken, sportvelden; we hebben er in het verleden lekker op los gecultiveerd. Ten koste van de biodiversiteit. Dat mag best een beetje minder, daar zijn we inmiddels wel achter. En dat doen we samen met een stukje cultuurlandschap bij uitstek: de golfbanen.

Bye, bye golfbaan?

Eerlijk is eerlijk: eigenlijk is die kort gemaaide green wel heel onnatuurlijk. Geen torretje of kever kan zich erin verschuilen. En het credo verschralen, verschralen, verschralen om het hemelwater snel en goed afgevoerd te krijgen, heeft zijn weerslag op de kwaliteit van de bodem. Is het tijd om de golfbaan terug te geven aan de natuur en in het bos te gaan golfen?

Niet tegen, maar met elkaar

Zulke drastische maatregelen zijn gelukkig niet nodig. De golfer en de natuur, ze hebben tegenstrijdige belangen, maar ze kunnen makkelijk naast elkaar bestaan. Een kwestie van slim omgaan met de ruimte. 40 procent van een golfbaan wordt intensief gebruikt door golfers. Op de andere 60 procent kan de natuur – en daarmee biodiversiteit - de ruimte krijgen.

Kansrijk investeren

Voor de golfbanen ligt daarin een enorme kans. Met duurzaam golfbaanbeheer en natuurontwikkeling investeren ze in de hele maatschappij. En ook in de golfers. Want natuur is altijd al een belangrijk onderdeel van de golfbeleving geweest, al staat het nog niet bovenaan de lijst. Daar ligt een taak voor ons allemaal.

(Zelf)behoud

Nóg meer benadrukken wat het belang is van de natuur en de omgeving helpt om er nog meer oog en begrip voor te krijgen. En als we meer oog hebben voor de natuur, zien we ook meer kansen. Die kansen moeten we grijpen. Voor het behoud van de golfbaan, die talloze soorten beestjes en planten en uiteindelijk onszelf.

"we gebruiken koolmezen om de eikenprocessierupsen op te eten"

Op weg naar een nieuwe balans

Duurzaam onderhoud in de praktijk

Er was een tijd dat we onkruid en insecten met grof geschut te lijf gingen. Die tijd is voorbij, de chemische middelen hebben we afgezworen. In plaats daarvan zetten we natuur in om de plagen van de golfbaan te bestrijden. Koolmezen om de eikenprocessierupsen op te eten, spreeuwen om engerlingen uit de grasmat te pikken en aaltjes om het teveel aan emelten op te ruimen. Natuur met natuur bestrijden. Of liever gezegd: de balans terugbrengen. En dat betekent dat alles er mag zijn, maar wel in de juiste mate.

Daarom zaaien we heem en nuttige planten zoals wilde peen, waar de sluipwesp gek op is. Die legt eitjes in engerlingen. De larven die daar uit komen eten de prooi van binnenuit op. Sommige plekken maaien we bewust niet, zodat insecten, vogels en zoogdieren de kans krijgen om er hun thuis en hun voedsel te vinden. We plaatsen giga-insectenhotels voor nuttige insecten. De opruimers, de bestuivers en de soorten die als voedsel dienen voor vogelsoorten die op hun beurt weer hun werk doen in de hele keten. Voor hen plaatsen we vogelkasten. Niet zomaar wat, maar de juiste maat voor de juiste soort. Staan er veel eiken op een golfbaan, dan nodigen we koolmezen uit met kasten met een opening van minimaal 32 millimeter. In de Golfviewer leggen we vast welke kasten waar hangen en of ze bevolkt zijn. Ook de kwaliteit van de bodem houden we in de gaten. We nemen regelmatig bodemmonsters om te zien hoe het gesteld is met de bacteriën in de bodem. Zo zijn we stap voor stap op weg naar een nieuwe natuurlijke balans. En die begint met inzicht.

Dit magazine online delen: